donderdag 14 april 2016

Badplaats Noordwijk, 150 Jaar Jong: Prenten Huis ter Duin 1887-1937

 zondag 30 september 2007: "De Taveerne", Hier lees je de prijs bij aanschaf. Heel wat meer euro'tjes zouden er vandaag aan de dag voor nodig zijn om daar een leuke herberg neer te zetten. De achterkant is afgebeeld, naar een schets van Arnold Kouwels uit 1876.

Arnold Kouwels, de negentiende-eeuwse voorganger van Koos Landwehr  Dries Touw  ‘Tekenaar onbekend’ schreef Hans de Bruijn bij de oude afbeelding van Bryum murale in Buxbaumiella 95, p. 22, maar in zijn tijd was Arnoldus Jacobus Kouwels (1824-1888) een groot man binnen de botanie. Hij werd in Zoeterwoude (bij Leiden) geboren en lijkt daar zijn hele leven te hebben gewoond. Hij werd tekenaar, graveur, kunstschilder en leraar. Waarschijnlijk heeft hij heel lang zelfstandig gewerkt, want pas in het laatste deel van zijn leven vond ik hem op het web genoemd als leraar bij een Leidse middelbare school en als tekenaar bij het botanisch laboratorium van de universiteit.  In Leiden waren de huisartsen en botanici J.H. Molkenboer en F. Dozy vanaf 1840 bezig met het determineren van bladmossen uit het toenmalige Nederlands Indië, Japan en Zuid-Amerika. Dat was pionierswerk. In 1844 publiceerden ze tientallen nieuwe soorten in een artikel zonder afbeeldingen. Voor analytische afbeeldingen in een erop volgende publicatie (1845-1848 [-1854]) leidden ze P.W.M. Trap op tot tekenaar en lithograaf, maar ze waren achteraf niet tevreden over zijn werk. Dat Van der Sande Lacoste er later net zo over dacht blijkt uit zijn doorhalingen, correcties en ongezouten commentaar bij een aantal niet gepubliceerde prenten van Trap. Bij een wat al te zwierige afbeelding van een sporogoon schreef hij ‘de kindheid der bryologie’!   Molkenboer en Dozy wilden een groot boek over hun Indische bladmossen maken, naar voorbeeld van het Europese standaardwerk Bryologia europaea (Bruch et al., 1836-1855) Ze noemden het Bryologia javanica (1854-1870), een misleidende naam, omdat er soorten en vondsten uit de hele archipel in kwamen. Ze trokken Kouwels aan voor de illustraties en daardoor heb ik bij het zoeken naar informatie over hun leven en werken ook met hem te maken gekregen. Ze leerden hem aan de hand van Bryologia europaea hoe hij wetenschappelijke afbeeldingen van mossen moest maken.  Helaas hebben ze weinig plezier van hun werk kunnen beleven, doordat ze binnen twee jaar na het verschijnen van de eerste afleveringen overleden. Dozy’s zwager R.B. van den Bosch ontfermde zich over hun botanische erfenis. Samen met C.M. van der Sande Lacoste zette hij het project voort, maar ook Van den Bosch overleed binnen een paar jaar. Alleen van der Sande Lacoste en Kouwels haalden de eindstreep. Bryologia javanica werd een fameus tweedelig boek, het eerste met veel gedetailleerde afbeeldingen van alle behandelde bladmossen.  Kouwels tekende, graveerde en begeleidde het drukken.
overgenomen uit:
Buxbaumiella 97 (2013)  " Het complete artikel  van Dries Touw kunt u vinden in : Buxbaumiella 97 (2013).